hoge linie

hoge linie

Vrouwen kunnen niet schaken

Het verschil tussen de seksen in het schaakspel is opmerkelijk groot, maar naar mijn mening niet groter dan op enig ander gebied van culturele werkzaamheid.

Vrouwen kunnen niet schaken, maar ze kunnen ook niet schilderen, niet schrijven, niet filosoferen en in feite is er eigenlijk nooit iets door een vrouw ge­dacht of gemaakt wat de moeite van het kennisnemen waard was. Het ligt dus niet aan het schaken, laten we wel wezen.

Hoe het dan wel komt?

In de allereerste plaats natuurlijk omdat vrouwen veel dommer zijn dan man­nen. En daarom is een vrouw geheel niet in staat om zichzelf te amuseren.

De nuttige arbeid, vooral in zijn alledaagse aspect, is het gebied waar de vrouw thuis is.

Haar culturele deelname zal daarom altijd sterk ideologisch gefundeerd zijn. Geef een vrouw een idee en ze staat haar mannetje! Zoals dat ook onlangs weer bleek — ik noem maar een enkel voorbeeld — bij die machtige actie van de ‘Rode Vrouwen’ tegen discriminerende STER-reclames. Eens te meer werd hier bewezen dat de vrouw niet voor de man hoeft onder te doen als het om werkelijk belangrijke dingen gaat. Zeg de vrouw wat ze doen moet en ze zal tot het uiterste gaan om je wensen te verwezenlijken. De man van wie de gedachte afkomstig was staat het huilen nader dan het lachen als hij ziet wat zij aanricht, maar juist daaruit blijkt de volstrekte gelijkwaardigheid der seksen. Geen gedachte is zo groot of een vrouw kan hem tot onzin maken.

Het Parool, 31 augustus 1972